donderdag 16 oktober 2008

Stamboom komt niet tot bloesem

Voorstelling: Ifigineia in Aulis
Gezelschap: Toneelgroep Amsterdam
Regie: Robert Woodruff

Locatie: Stadsschouwburg Amsterdam
Datum: 14 oktober 2008

Stamboom komt niet tot bloesem
door: Yvonne Kruiper

Over de doden niets dan goeds. De oude Griekse toneelschrijvers hebben heus hun dienst bewezen, toch blijft het vaak droge kost, die Griekse tragedies. Zo ook Ifigineia in Aulis, een tragedie van onze grote vriend Euripides. Voor deze maal heeft Ivo van Hove, regisseur van Toneelgroep Amsterdam, zijn toverstafje uitgeleend aan de Amerikaanse gastregisseur Robert Woodruff. Blijkbaar heeft hij behalve de toverstaf ook de verkleedkist en het adressenboekje van Ivo mogen lenen. De voorstelling bevat namelijk nog altijd elk Ivo-element. Omroepbakken zoals in ‘Romeinse Tragedies’, een geactualiseerd decor, een technicus achter op het podium in beeld, lichtbakken van rechts, knipperende tl-lampen van boven en de acteurs in hun welbekende stilistische acteerstijl. Ooit allemaal heel vernieuwend, maar zoals ze bij de H&M maar al te goed weten, een nieuw seizoen vraagt om nieuwe trends. Was TA voorheen de hippe trendloper in z’n strakke skinnyjeans, dit seizoen beginnen ze een beetje voor lul te staan in hun knellende wortelbroek. Uít, dat versleten ding. Als TA zijn vernieuwende imago wil behouden, moet ze niet langer blijven teren op oud succes. ‘Vernieuwend’ is een etiket met een korte houdbaarheidsdatum.
De voorstelling wordt er niet soepeler op met het arsenaal aan personages en bijfiguren. Hele stambomen van Griekse voorvaderen passeren de revue. Halfgoden, stiefkinderen, onechtelijke schoonmoeders, vloeken en orakels, offergodinnen, bebaarde helden en gladde onderwereldfiguren komen voorbij en allen met een roepnaam van minstens vier lettergrepen. Wellicht kunnen de makers eens overwegen om in het vervolg niet alleen het decor maar ook de roepnamen te moderniseren tot iets behapbaardere proporties. Om maar te zwijgen over de voorgeschiedenis van intriges, waar GTST nog een puntje aan kan zuigen en die tussen neus en lippen door in twintig bijzinnen uit de doeken wordt gedaan.
De teksten van Euripides zijn weliswaar qua psychologische diepgang best aardig, ze zijn vooral lang en droog. Taak dus om ze vochtig te houden, anders krijgen de acteurs een droge mond van al die stoffige zinnen en het publiek droge ogen omdat er geen reden is om te knipperen. Dat vochtig houden lukt maar met mate. De lange teksten smeken erom gecompenseerd te worden door vol spel. Emotie. Maar Fernhout en Docter volharden in hun archaïsche speelstijl. We missen de smeuïgheid. Juist omdat we wéten dat deze twee heren, die de rollen van Agamemnon en Menelaos vertolken, die kwaliteit in zich hebben. Maar wacht, er komt toch nog wat onverwacht vocht, wanneer de traankleppen open mogen bij de scènes van Karina Smulders. Wanneer Ifigineia een angstige strijd voert jegens haar offering, vergeten we dat we de verhaallijn eigenlijk niet meer helemaal snapten en laten ons beroeren door het krachtige spel van Smulders. Geen woord of beweging te veel. Haar mimiek zegt genoeg. Verstijfd staat ze op het podium terwijl haar ouders redetwisten over haar lot. Haar blik is schijnbaar afwezig, maar onbedwingbaar lijkt ze plots bijna om te vallen, haar evenwicht te verliezen nu de dood onomkeerbaar schijnt en haar eigen vader haar zal gaan offeren. Om Woodruff niet geheel zonder pluimpje terug de oceaan over te sturen toch nog een compliment. En wel voor het koor. Vijf operazangeressen die de perikelen die Agamemnon zich op de hals heeft gehaald authentiek bezingen. Alleen een beetje jammer dat deze dames korte spijkerbroekjes dragen. Vast en zeker in de uitverkoop bij de H&M.

Geen opmerkingen: