woensdag 1 oktober 2008

De conventies voorbijgeschoten

Voorstelling: The quiet dance/ speaking dance
Makers: Jonathan Burrows (UK) en Matteo Fargion (IT)

Locatie: Frascati- Brakke grond
Datum: zaterdag 27 september 2008


De conventies voorbijgeschoten

Door: Yvonne Kruiper

Twee mannen van middelbare leeftijd op een podium. Geen gordijn, geen lichttechnicus, geen attributen, geen muziek. Geen danstalent, geen gevoel voor humor – of wellicht slechts gevoel voor engelse humor -, geen verhaal, geen spanning, geen knappe vindingen en bovenal geen touw aan vast te knopen. De enige reden dat de toeschouwer blijft zitten is de hoop dat de twee sympathiek ogende mannen straks een volgende act zullen starten, maar dat gebeurt niet. Een half uur lang zit men te kijken naar twee mannen die in vreemde stapjes over het podium lopen. Zo nu en dan een raar geluid voortbrengen. De herhalingen zijn eindeloos. In het begin neigt dit nog enigszins grappig te zijn, maar op den duur wordt de herhaling vooral mateloos vervelend.
De kijker doet hard zijn best om zoiets te ontdekken als een lijn, een achterliggend concept, een mooi moment of een diepere betekenis. Maar vergeefs. De mannen gaan onverstoord verder met hun ondefinieerbare bewegingen en kijken elkaar af en toe gniffelend aan. In de zaal fluistert een vrouw: ‘gelukkig dat ze het zelf wél leuk vinden’. En inderdaad, daar het publiek gedesillusioneerd op zijn stoel zit, is het goed om te zien dat er in ieder geval twee mensen zijn die het wél naar hun zin hebben. Al hadden we gehoopt dat die twee mensen het òns deze avond naar de zin zouden maken.
Wanneer de twee mannen eindelijk af gaan blijkt er nog een tweede deel op komst te zijn. Er wordt hevig gediscussieerd of we weg zullen gaan –nu kan het – of dat we blijven zitten. We besluiten te blijven zitten. Erger kan het tenslotte haast niet worden. Het wordt inderdaad niet erger. Al wordt het ook niet veel beter.
Ditmaal komen de mannen op met wat muziekinstrumentjes en twee schriftjes. In snel tempo zeggen ze omstebeurt woorden op uit de schriftjes. Zowaar wordt het tafereel hier eventjes grappig, maar de scène gaat verder nergens naartoe. Wat nog het meest op de lachspieren werkt is hun heftige engelse accent, maar dit is waarschijnlijk het enige element dat niet komisch bedoeld was.
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de muziek en zang blijkt dat de heren wel degelijk potentie hebben, maar wederom wordt zij niet verder uitgewerkt. Dit tweede deel, linguïstisch en ritmisch, lijkt terug te verwijzen naar de bewegingen in het eerste deel van de voorstelling, maar de precieze bedoeling blijft onduidelijk.
De voorstelling blijkt onderdeel te zijn van een drieluik. Wellicht dat het volledige drieluik meer inzicht zou bieden, maar aangezien ze het drieluik afzonderlijk presenteren, zou elk deel op zichzelf bezienswaardig moeten zijn. Wellicht is er sprake van een culturele kloof, want de voorstelling won zelfs een heuse prijs en toerde door zesendertig landen. Burrows en Fargion hebben zich in hun thuisland waargemaakt als respectievelijk choreograaf en componist. Daarmee zijn zij van mening dat zij de muziek- en dansconventies goed genoeg kennen om deze te doorbreken. Dit resulteert in een voorstelling die misschien verfrissend is voor insiders, maar die voor de doorsnee theaterbezoeker geen hout snijdt.

Geen opmerkingen: