vrijdag 31 oktober 2008

Bodemloos drama boven op een dak

Geïnspireerd door ‘Black Bird’ van Nina Simone schreef Sanne Vogel de nieuwe toneeltekst Raaf, over drie jonge mensen die, volgens de flyer, op het randje van de samenleving balanceren. Twee broers hebben zich teruggetrokken op het dak van een oude parkeergarage naast een nest jonge raven. Een van de broers, die lijdt aan het syndroom van Asperger, denkt soms dat hij een van die vogels is. Men voelt het plot al aankomen. Het lijkt verdomme wel een Ibsen.

De jongens zijn gevlucht omdat de gehandicapte broer een meisje ernstig heeft mishandeld. Op een zekere dag voegt een heel gewoon meisje uit een keurig gezin, gespeeld door Sanne Vogel zelf, zich bij de jongens op het dak. Het meisje is hartstochtelijk op zoek naar ellende, naar pijn en naar verdriet. Ze denkt dat te kunnen vinden door te leven als de broers. Ze weigert bij ze weg te gaan, ook nadat ze daartoe herhaaldelijk wordt verzocht. Of het nou lichamelijke of geestelijke pijn is, het maakt haar niets uit zolang ze maar iets kan voelen.

Het drama van het stuk ligt in de vervreemding en de gekte die veroorzaakt wordt door verwenning en gewoonte, wanneer men een te gemakkelijk en zorgeloos bestaan blijft lijden en men zich verveelt. Het is verschrikkelijk om het goed te hebben, dat is de moraal. Eerlijk is eerlijk; deze thematiek is een beetje uitgekauwd en in deze opzet erg puberaal. Het is al weleens beter gedaan. Men neme een Ibsens Hedda Gabler, de Wilde eend of een willekeurige Tjechov.

Het decor is van de hand van Robin Vogel, die ook de gefilmde delen van de voorstelling voor zijn rekening nam. Het achterdoek is een groot projectiescherm waarop gefilmde beelden uit de echte wereld te zien zijn, zoals een ondergaande of opkomende zon, een drukke straat bij nacht of de wassende maan. Het ouderwetse wolkjesachterdoek is dus weer terug in de mode, zij het in een nieuwe vorm. Af en toe zien we een gemonteerd filmpje met de acteurs waarin een stukje van het plot snel uitgebeeld wordt, zoals dat zo makkelijk gaat met film. Op het echte podium wordt alleen aandacht besteed aan de belangrijkste ontwikkelingen die de personages doormaken. Zijn gevoel voor sfeer weet Robin Vogel in zijn filmwerk mooi in te zetten. Het is vaker gepoogd (en niet alleen door de Vogelfabriek), doch zelden gelukt, de prachtige beelden op het scherm en af en toe ook kleine gespeelde scènes maken de voorstelling tot een vakoverschrijdende theatervoorstelling. Zijn bijzonder realistisch vormgegeven dak blijft daarentegen gewoon een hoopje materialen. Dat komt misschien wel juist doordát het er zo levensecht bij ligt, dat elk dramatisch effect is uitgebannen. Het blijft een beetje hangen in het symbolisch realisme van twee eeuwen geleden.

De acteurs zijn alle drie autodidacte spelers die al op jonge leeftijd furore hebben weten te maken in het vak. Ze hebben vooral carriére gemaakt in de film- en televisiewereld, een medium waar beschikking over een realistische speelstijl, daar is 'ie weer, een must is. Door de gelijkenis in carrière hebben ze elkaar gevonden en werden ze ook nog eens goede vrienden. Al tijden lang voelde het trio de drang om deze voorstelling te maken. Hun gevoel van saamhorigheid spat van het podium af. Ze spelen meestal goed, muzikaal en slim. De teksten van Sanne Vogel zijn ongeacht het slappe plot goed geschreven. Ze zijn gevat en liggen ondanks de poëtische elementen heel soepel in het gehoor. Vogel blijkt behalve een groot talent tot schrijven (haar eerste kinderboek komt volgende week uit) ook een groot komisch talent te bezitten. Haar timing is subliem. Hoe reëel die wens om iets te voelen misschien ook is, herkenbaar zelfs voor de moderne mensen, Vogels Ronja verdenk je ervan een gestoorde doch ongevaarlijke gek te zijn. Haar monotone stemgeluid en emotieloze gezichtsuitdrukkingen leveren een ontzettend geestig figuur op, perfect in evenwicht met de bloedserieus neergezette oudste broer (Gernandt). Hilarisch is de opsomming van mislukte pogingen die ze heeft ondernomen om pijn te voelen.

Soms verliest met name Gernandt de dunne grens tussen goed en pathetisch spel uit het oog. Weeber is een overtuigende geestelijk gehandicapte, nergens overdreven hoewel hier en daar een tikkeltje clichématig. Zouden dan echt álle autisten het liefst de hele tijd ritmisch heen en weer schommelen?

Hoezeer alle ingrediënten er ook zijn om een gevoelig komisch drama op de planken te zetten, wat we te zien krijgen lijkt meer op een ouderwetse kinderserie dan op intelligent hedendaags theater. Dat ligt aan de droge en humorloze regie van Ivar van Urk. Verveling tegenover rampspoed kan in theorie hele interessante conflicten opleveren. Maar zo leeg als de verlaten parking waarop Raaf zich afspeelt, zo kaal is ook de moraal van het verhaal geworden. De jongens en het meisje gaan niet meer voor of achter uit, ze zitten alleen nog maar daar op dat dak, sprookjesachtige teksten te spuien. Het publiek wacht mee totdat de onvermijdelijke dodelijke val dan eindelijk een einde maakt aan al het zogenaamde leed. De oudste en gezonde broer is zich er blijkbaar niet van bewust is dat geestelijk gehandicapten in onze maatschappij niet toerekeningsvatbaar worden geacht. Mensen die lijden aan het syndroom van Asperger worden helemaal niet vervolgt voor misdaden. In de zogenaamd realistische regie van Van Urk gaat het een beetje irriteren dat de oudste broer dat maar niet wil inzien. Een dergelijk besef zou natuurlijk de dood betekenen voor Raaf, waarmee maar weer is aangetoond hoe dun het drama is nu het zo realistisch is neergezet. De personages stellen zich eigenlijk gewoon een beetje aan. Zal Van Urk trouwens ook een vinger in de vormgevingspap hebben gehad? Vogels fabricaten verdienen beter.

Al met al is Raaf een interessante productie geworden. De voorstelling geeft een goeie aanzet tot vakoverschrijdend theater in de vorm. Inhoudelijk blijft er helaas een onbelangrijk stukje kindertheater over. Het is jammer van die zouteloze regie, echt heel jammer. Misschien hadden we anders wel even met z’n allen kunnen vliegen, als raven.

Raaf door de Vogelfabriek. Gezien op 27 oktober in de Leidsche Schouwburg (premiere). Met Sanne Vogel, Egbert-Jan Weeber en Tycho Gernandt. Regie: Ivar van Urk. Decor: Robin Vogel. Muziek: Egbetrt-Jan Weeber. Camera: Robin Vogel. De voorstelling gaat op tournee door het hele land en is nog te zien tot en met 20 december. Voor informatie kijk op www.vogelfabriek.nl.

Geen opmerkingen: