vrijdag 21 november 2008

Een veld vol scabiosa en achtentachtig psalmen

Recensie ‘Knielen op een bed violen’
door: Yvonne Kruiper

Spel: Cees Geel, Wendell Jaspers, Titus Boonstra, Marijn Klaver, Patrick Stoof
Regie: Madeleine Matzer

Locatie: Stadsschouwburg Haarlem
Datum: Zaterdag 15 November 2008


Een ogenschijnlijk doorsnee gezinnetje wappert verwoed met Koninginnedag-vlaggetjes. Achter het aandoenlijke tafereel gaat het verhaal schuil van een gezin dat getergd wordt door de godsdienstdriftige vader. In al het enthousiaste gewapper scheurt het vlaggetje van zoon Ruben. Bedremmeld poogt hij het gescheurde papier nog te reconstrueren, net zoals hij het verscheurde gezin bijeen probeert te houden.
Ooit was zijn vader Hans Sievez een tevreden man. Met een kwekerij vol bloeiende sequoia’s, velden fijnblauwe scabiosa, zijn vrouw Margje met amber oorknoppen, glanzend van zijn genegenheid, en een zoon die tegen hem opkijkt als ware hij een held. In de drie-eenheid van hun kleine biotoop is er geen vuiltje aan de hemel. Maar een vernietigende onrust speelt Hans parten. Gekweld door wonden uit zijn jeugd weet hij geen weerstand te bieden aan de dwingende toenaderingen van orthodoxe predikers. Onuitroeibaar als onkruid verschijnen de drie afzichtelijke heren keer op keer in zijn kwekerij. De rollen van predikers worden, met een simpel aan- en uittrekken van een lange grijze jas, vertolk door dezelfde acteurs die de zoons spelen. Resulterend in een scherp en schrijnend contrast tussen vriend en vijand. Al is het Hans niet duidelijk wie daarin welke rol vervult en derhalve raakt hij in tweestrijd tussen het aardse leven en het ontastbare Hogere.
De gehele voorstelling zijn alle acteurs op het podium aanwezig. Geen van de personages heeft de mogelijkheid om te ontsnappen aan de benauwende situatie. Tot elkaar veroordeeld moeten zij hun strijd zien te doorvechten. Houten kasvloeren, een waterbassin en een roestende halve koepel waar het licht in speelt fungeren als verscheidene locaties. Het geheel is stilistisch teruggebracht tot de essentie en wordt afgemaakt met een aantal houten kratten en stapels oude boeken. In de spelstijl komt dit gestileerde aspect terug. Het levensverhaal van Sievez wordt grotendeels in vertellende vorm geschetst, verweven met gespeelde fragmenten. Deze stijl komt voort uit de oorsprong van het stuk, welke is gebaseerd op de gelijknamige roman van Jan Siebelink. De toeschouwer wordt verhaald over het leven van een man die verstrikt raakt in een zielenstrijd van angst en verlangen.
Beginnend als levenslustig jongetje, onhandig frunnikend met zijn vingertjes, maar met twinkelende ogen, vertolkt Cees Geel de rol van Hans Sievez. Subtiele karaktertrekken weet hij van het kleine kereltje mee te nemen in zijn ontwikkeling tot volwassen man. En wanneer Ruben ten tonele verschijnt, worden zijn tere ongemak en naïviteit ook bij zijn zoon hervonden. De jongen is meegaand in zijn vaders waanzin en leert spontaan achtentachtig psalmverzen uit zijn hoofd om maar bij zijn vader in het gevlei te blijven.
De tweede zoon Tom verzet zich tegen zijn vader die zich steeds verder verliest in de duistere predikerspraktijken. Ook Margje kan Hans’ dwaling steeds moeilijker verdragen, laat staan de aanwezigheid van de predikers, die op zondagmiddag aan haar eettafel met weerzinwekkend gesmak en geslurp hun soep verorberen. De schrijnende verstandhoudingen staan in schril contrast met de harmonie van meerstemmige melodieën waarmee een aantal scènes wordt doorsneden.
Hoewel de zaal voornamelijk bestaat uit kukidentgebruikers, zijn de onderwerpen als extremisme, angst en het zoeken naar de waarheid nog altijd actueel en herkenbaar, los van elke generatiekloof.
Hiermee heeft Regisseuse Madeleine Matzer het vuistdikke ‘Knielen op een bed violen’ ingesnoeid, verspeend en weer opgekweekt tot een bloeiende voorstelling.

Geen opmerkingen: