maandag 10 november 2008

Bambie werkt met Franse filmclichés

Afgestudeerd aan de mimeopleiding in 1997, behaalde het duo Jochem Stavenuiter en Paul van der Laan al vrij snel succes met hun genummerde Bambie voorstellingen en sindsdien is de populariteit alleen maar gegroeid. In hun sterk fysieke theater met een tragikomische noot, absurde wendingen, onderbuik associaties en voorstellingen waarin tedere verstilde scènes afgewisseld worden met driftige uitbarstingen, is er inmiddels een eigen kleur en stijl te ontdekken. Maar iedere nieuwe voorstelling introduceert Bambie verrassende totaal nieuwe elementen die het publiek nooit heeft kunnen voorzien. Zo ook de nieuwste ‘Bambie 13’, waarin Franse filmclichés op een originele manier verpakt worden.

Ten eerste wordt het patroon gebroken door Paul van der Laan even niet mee te laten spelen. Ten tweede wordt het Nederlands, voor zoverre de personages spreken, in ‘Bambie Treize’ ingeruild voor het Frans. Voor ‘Bambie 13’ hebben de makers zich namelijk laten inspireren door de film‘ Tirez sur le pianiste’ van de Franse regisseur François Truffaut uit 1960. Hierin speelt Charles Aznavour een man die ooit de kans had een beroemd en groot pianist te worden. Door omstandigheden is dat niet gelukt en speelt hij piano in louche bars. Behalve criminelen met wie hij verwikkeld is geraakt, wordt hij achtervolgd door de herinneringen aan de tragische zelfmoord van zijn vrouw. Het enige lichtpuntje is de liefde die ontspringt bij de ontmoeting met een jonge stewardess. Helaas weegt dit niet op tegen de destructieve krachten. Dit gestileerde en zelfreflexieve melodrama van Truffaut behoort tot de ‘French New Wave’ van de jaren ’60. De melancholische sfeer, de tragikomische toon in het spel en de naïeve impulsiviteit van de personages zijn vooral de elementen die Bambie aanspreekt. Dat een Franse film het uitgangspunt vormt voor ‘Bambie 13’ is terug te zien in de vormgeving. Het decor bestaat uit een typisch Frans ingericht jaren ‘60 pittoresk kamertje welke uitkijkt op, hoe anders, de Eiffeltoren.

Frans op z’n beginners
Dat deze voorstelling ook nog eens in het Frans wordt gesproken is een gedurfde keuze. Wel is het gelukkig zo gedaan dat toch iedereen het kan volgen. Op z’n Frans voor beginners dus, in plaats van de mitrailleur tempo als in een echte Franse film. Hier zien we de spelers zweten bij het maken van de meest simpele basale zinnen in het Frans, wat veel onhandig gestuntel oplevert. Op het eerste gezicht lijkt het daarom een parodie op de filmpjes ter Franse spreekvaardigheid te zijn, waar ongetwijfeld menigeen uit het publiek gedwongen naar hebben gekeken op hun middelbare school. Niet alleen waren de filmpjes nogal eens sterk verouderd materiaal, zoals deze voorstelling doet suggereren. Ook werd er, om de afleveringen spannend te houden, altijd zichtbaar gepoogd de dialogen enigszins van een dramatische lading te voorzien. Maar omdat voorop stond dat de dialogen duidelijk uitgesproken werden, mislukte het meestal deze samen te laten gaan met enige subtiliteit dan wel spontaniteit of nonchalance. Ook in ‘Bambie 13’ stellen de spelers hun personages en die van elkaar plichtmatig voor aan het publiek en benoemen de dingen om zich heen en wat ze op het moment aan het doen zijn. Jean-Paul (Stavenuiter) stelt hakkelend Michelle (Ibelisse Guardia) aan ons voor; het meisje in wiens flat hij is en laat ons zijn stoere sprong over de tafel zien, de zogenaamde ‘le mouvement acrobatique’. Michelle, een onvervalste charmante Française stelt op haar beurt Gorge (Klaus Jurgens) voor, een mysterieuze introverte jongen. Ondanks de onschuldige dialogen wordt het duidelijk dat met het binnenkomen van de derde de twee mannen concurrentie voeren om wie het mooie meisje krijgt. Deze onderdrukte gevoelens die hun naïeve discours kennelijk niet toelaat, komen fysiek toch tot uitdrukking in de wrange wals, waarbij de twee mannen vechten om Michelle.

Dat drie te veel is, is ook duidelijk af te lezen aan de ruimte. Zo is het kamertje ook echt piepklein tot benauwd en staan er maar twee stoelen. Bij een transparant spel als in ‘Bambie 13’ sluit het doorschijnende decor goed aan. Het geeft de indruk van een gammel poppenhuisje dat op instorten staat. De personages die pas later horen op te komen, hoor en zie je van verre door de doorschijnende houten muren aankomen. Een jaren ’60 filmdecor, zo op het toneel geplaatst, geeft een lachwekkend effect met name door hoe de personages er zich in bewegen. Neem bijvoorbeeld de manier waarop Stavenuiter op een sierlijk ontworpen maar keiharde kleine stoel met een te smalle zitgedeelte gaat zitten, en dan toch dapper hardop liegt dat deze ‘tres comfortable’ is. Ze geven nimmer hardop toe dat het kamertje te klein en onpraktisch is. ‘Michelle’s appartement is klein maar fijn’ is een vaak terugkomend troostend motto. Intussen springt er om de zoveel tijd iemand uit de raam vanuit een plotselinge melodramatische uitspatting om vervolgens weer terug te keren door de voordeur alsof er niks gebeurd is. De melancholie en fatalisme is een vast onderdeel van een Franse film. Dat het een om een parodie van een aflevering van de Franse taalvaardigheid gaat wordt hiermee ondermijnd, daarvoor zijn de wendingen te absurd.

Film als inspiratiebron
Eerder heeft Bambie voorstellingen gemaakt aan de hand van een film. De film ‘Gods Must Be Crazy’ (1980), over een Afrikaans stam bij wie de moderne wereld zich onverwacht manifesteert in de vorm van een Colaflesje, diende als inspiratiemateriaal voor de vorige voorstelling. Dat leverde in Bambie 12 onder andere scene’s op waarin een blikje fris ritueel werd geslacht en de acteurs een inwijdingsritueel met stropdassen om hun hoofden geknoopt dansten. Ook bij Bambie 8 putten de Bambies veel uit films van Werner Herzog en Klaus Kinski. Ieder acteur koos een personage uit een van de films, waar vervolgens volledig nieuwe scene’s uit ontstonden. Van der Laan: ‘Het fijne aan het werken vanuit een film is dat je je eigen spel tegen een afgerond geheel kunt afzetten. Je begint bij iets dat al is uitgewerkt. Je kunt vertrekken vanuit de personages, zoals in Bambie 8, en dan juist niet doen wat in de film gebeurt. Zo kun je een stap verder gaan en nieuw materiaal ontwikkelen.’

Aangezien de tragikomische film ‘Tirez sur le Pianiste’ over een pianist gaat die zijn gouden tijd heeft gehad lijkt ook ‘Bambie 13’ de toeschouwer mee te willen nemen naar een andere tijd, die tegenwoordig niet meer zou kunnen bestaan. Maar hoe leef je in deze ‘afgekeken tijd’? Een tijd waarin je zelf niet geleefd kunt hebben? In ‘Bambie 13’ wordt de Franse film uit de jaren ’60 onderzocht vanuit een fascinatie en nieuwsgierigheid ervoor. Bambie laat zien hoe zij de film ervaren, waarbij ze zich onder andere afvragen waar de melancholie van de personages in godsnaam vandaan komt. Zou het door de taal komen of te smalle appartementen? We zien een oprechte humoristische visie op het toneel van de ontmoeting van nuchtere Nederlanders levend in het nu en hier met de Franse film uit de jaren ’60.

‘ Bambie 13 (Treize)’ door Bambie. Regie en begeleiding: Paul van der Laan en Marijn van der Jagt. Gemaakt en gespeeld door: Jochem Stavenuiter en Paul van der Laan. Decor:Dianna van de Vossenberg. Kostuums: Atty Kingma Licht en techniek: Paul de Vrees. Gezien op: 27 Oktober, t/m 31 Januari op tournee
.

Geen opmerkingen: